De wetenschapper en zijn/haar pensioen: zoals de paus of toch met een pragmatisch plan? Deel 4: andere opties en vroeg met pensioen
Inleiding
In deel 1 over de wetenschapper en zijn/haar pensioen heb ik een inleiding gegeven en de AOW besproken, in deel 2 de pensioenregelingen zelf, in deel 3: Lijfrentes. Nu komen we bij deel 4. Een naam voor deel 4 is moeilijk. Meestal wordt in het pensioengebouw met de vierde pijler sparen en beleggen in box 3 bedoeld. Echter er zijn natuurlijk nog meerdere schroeven waar je aan kun draaien. Dus heb ik het maar andere opties en vroeg met pensioen genoemd. Met de gepensioneerde paus Benedict XVI en andere opties zijn we snel klaar. Hij ging pas met 85 met pensioen. Zelf denk ik dat hij gedurende zijn leven weinig tijd aan het denken over /plannen van zijn pensioen gespendeerd heeft. Hij was denkelijk met “hogere” zaken bezig.
Echter als we kijken naar de wetenschapper en anderen, dan kunnen er al snel andere wensen om de hoek komen, zoals bijvoorbeeld (heel) vroeg met pensioen of in ieder geval de optie hebben tot. Je kunt bijvoorbeeld denken, dat je je leven lang met plezier door wilt werken tot hoge leeftijd, maar dan kan het toch anders komen. Dit zie ik ook wel eens. Bij de opties in deel 4 / de vierde pijler komen al snel de 6 P’s langs: Previous Planning Prevents Piss Poor Performance. Dit zeg ik omdat meestal er een lange aanlooptijd is voor deze opties: bijvoorbeeld bij beleggen wil je zo vroeg mogelijk beginnen om gebruik te maken van de samengestelde rente. Of zoals Einstein het noemde: the most powerful force in the universe. Of omdat een beslissing over je hypotheekvorm aan de voorkant gemaakt wordt en veranderen tijdens de rit moeilijk is.
Ik heb naar 5 zaken gekeken: beleggen, je hypotheekvorm, je budget (aanpassen), eerder beginnen met sparen/beleggen en geld uit de stenen halen. Ook nu weer heb ik dit aan de hand van onze wetenschapper model familie gedaan. Ter herinnering:
Voorbeeld/model
Tot zover de theorie wat gebeurt er nu in de praktijk? Daarvoor heb ik de financiële planning software aangezwengeld en een fictieve wetenschapper/model gemaakt. Dit model heeft ons al door de rest van de blogserie begeleid:
- Wetenschapper met partner beide 40 jaar in 2020.
- Wetenschapper: 80k€ bruto in loondienst, Partner: 45 k€ bruto in loondienst.
- Middel/eindloon pensioenen voor beiden op basis van 70% bruto loon op 68 jarige leeftijd. Dat is behoorlijk ideaal, maar haalbaar.
- Eigenwoning van 360 k€ aangeschaft op 35 jarige leeftijd met een 30 jarige annuïteitenhypotheek met een rente van 2,5%.
- Twee kinderen 3 en 5 jaar oud. Uitgaven voor de studie van de kinderen volgens het Nibud.
- Uitgaven voor levensonderhoud volgens het Nibud voor een gezin met deze samenstelling en inkomsten zijn: 48k€. Dit wordt gedefinieerd als het gewenst resterend budget.
- Er wordt gerekend met een inflatie van 2%. Alle getallen die ik laat zien zijn nominaal. Wat betekent teruggerekend naar huidige euro’s.
- Alle inkomstenbelastingberekeningen etc. worden gedaan in de financiële software (Figlo)
- Overschotten en tekorten in het budget worden op een spaarrekening met 0,08% rente geparkeerd en onttrokken. Nu gaan we ook beleggen.
In de onderstaande voorbeelden zullen we er vanuit gaan dat er niet veel jaarruimte is daar de pensioenregelingen van de model familie al relatief goed zijn. We nemen aan: € 2.000 jaarruimte die per jaar in een lijfrente beleggings product wordt afgestort voor de wetenschapper. En € 1.000 jaarruimte voor zijn/haar partner. In de lijfrente beleggings producten wordt offensief belegd. En tijdens de uitkeringsfase wordt defensief belegd. Het lijfrente beleggings product wordt op de pensioenleeftijd omgezet in een lijfrente beleggings uitkerings product wat (wettelijk bepaald) doorloopt tot 20 jaar na AOW leeftijd. Voor meer info zie deel 3 lijfrentes.
Beleggen
Tot nu toe in het model zijn alle overschotten en tekorten in het budget op een spaarrekening met 0,08% rente geparkeerd en weer onttrokken wanneer nodig. Echter de inflatie en de vermogensrendementheffing doen natuurlijk hun werk en teren in op je spaarrekening. Dat is een zekerheid. Echter je verlies is bekend en niet zeer groot. Bij beleggen kom je in een ander gebied door het nemen van beleggingsrisico met een bepaalde beleggingshorizon is er kans op een groter rendement, echter ook kans op een groter verlies. Hoe langer je een som geld kan beleggen hoe kleiner de kans op verlies / slechte performance is. Dit is echter meer een onderwerp voor een andere blog. Belangrijk is dat als ik samen met iemand financiële planning doe, dat al deze aspecten van sparen en beleggen begrepen worden en ik hem/haar ondersteun in het maken van rationele keuzes hierin.
Als uitgangssituatie heb ik gekozen voor het scenario uit deel 2: 8 jaar eerder met pensioen (60 jaar) met naar voren trekken pensioenen. Ook zijn hier de lijfrente beleggings producten toegevoegd. Er wordt nog niet belegd. Dit geeft een budget zoals in Figuur 1 kan worden gezien.
Figuur 1: Budget bij 8 jaar eerder met pensioen (60 jaar) met naar voren trekken pensioenen en beleggingslijfrentes.
Je ziet dat er vanaf 2040 (60 jaar) behoorlijke tekorten moeten worden aangezuiverd vanaf de spaarrekening. Echter vanaf 2047 zijn er geen grote tekorten meer (ook door minder inkomsten belasting vanaf AOW leeftijd en ons progressieve belastingstelsel). Gaan we het echter redden met onze spaarrekening? Zie onder de grafiek met de bezittingen en schulden.
Figuur 2: Bezittingen en schulden bij 8 jaar eerder met pensioen (60 jaar) met naar voren trekken pensioenen en beleggings lijfrentes.
Je ziet dat de spaarrekening behoorlijk wordt aangesproken, echter hij gaat niet leeg. Zelfs in 2069 op 89 jarige leeftijd, staat er nog ca.42 k€ op. Schenkingsplannen zijn niet nodig….. Aan de andere kant zit er nog een hoop geld (360 k€) in de stenen van het huis. Dat kun je er ook nog uithalen (zie verderop). Dit is een krap scenario of niet? Dat ligt ook een beetje aan je risicobereidheid. Echter dit was alles op basis van de spaarrekening.
Laten we eens kijken naar wat het betekend als we gaan beleggen. Hiervoor heb ik 2 opties gekozen: defensief en offensief beleggen. De parameters van de portefeuilles zie je in Tabel 1
Tabel 1: Modellen defensieve en offensieve beleggingsportefeuilles
Als we naar Tabel 1 kijken zien we dat het beleggingsrisico en het rendement grotendeels wordt ingesteld door de verhouding aandelen/obligaties. Voor defensief is dit 30/70, voor offensief is dit 70/30. De waardegroei van een defensieve portefeuille is ca. 2,7 % per jaar, voor een offensieve portefeuille is het ca. 5,2 % per jaar.
Wanneer we kijken naar het beleggingsrisico kan men met de volatiliteit (standaarddeviatie Sx) een grootste jaarlijkse stijging / daling binnen 95 % waarschijnlijkheid (2×Sx) uitrekenen. Deze is voor de defensieve portefeuille 11,8% en voor de offensieve portefeuille 25,2 %. Een andere manier om naar het beleggingsrisico te kijken is de vuistregel te gebruiken, dat tijdens een echte grote beurscrash aandelen ca. de helft van hun waarde verliezen. Gelukkig komt dit niet vaak voor (2008-2009, jaren dertig vorige eeuw). Voor de defensieve portefeuille zou dit een daling van ca. 15% betekenen. Voor de offensieve portefeuille zou dit een daling van ca 35% betekenen. Hiervan moet je je als belegger dus wel bewust zijn en ermee kunnen leven. Helaas kijken de meeste beleggers alleen naar het rendement (en mogelijk kosten). Maar dat is misschien onderwerp voor een nieuwe blog.
Hoe ziet het er nu uit wanneer we in plaats van op de spaarrekening alle overschotten en tekorten defensief of offensief beleggen. Voor de rest houden we het scenario gelijk. Zie Figuur 3
Figuur 3: Vermogenssaldo: overschotten en tekorten sparen (rood), defensief beleggen (blauw), offensief beleggen (oranje)
Bij beleggen, de oranje en blauwe lijnen, wordt er significant meer vermogen opgebouwd tot de pensioenleeftijd van 60 jaar. Daarna wordt er ingeteerd in het conservatieve beleggings scenario blijft er aan het einde in 2069 op 89 jarige leeftijd 491 k€ over 89 k€ meer dan in het spaar scenario (402 k€). In het offensief beleggen scenario wordt er ook na 60 jaar eerst ingeteerd echter daarna doet het rente op rente effect zijn werk en eindigt men met 786 k€ in 2069 op 89 jarige leeftijd 384 k€ meer dan in het spaarscenario. Ook het verschil tussen defensief en offensief beleggen aan het einde van de rit is behoorlijk (295 k€). Langzaam begint de uitspraak van Einstein te dagen J. Vooral in het offensieve beleggings scenario zou men wel nog wat eerder met pensioen kunnen. Wat ook een mogelijkheid kan zijn, is om naar de pensioenleeftijd toe het beleggingsrisico af te bouwen, het zogenaamde life cycle beleggen. Op dit moment laat ik dat echter buiten beschouwing. Laten we echter eerst nog naar een andere schroef kijken, waaraan we kunnen draaien. Namelijk de hypotheek keuze.
Hypotheken en je pensioen
Welke hypotheek is nu het “beste” als je vroeg met pensioen wilt gaan. Tot nu toe had de model familie voor hun woonhuis van 360 k€ een 30 jarige annuïteitenhypotheek met een rentepercentage van 2.5 %. Echter je zou bijvoorbeeld ook voor een lineaire hypotheek kunnen kiezen. Of bijvoorbeeld in 20 jaar in plaats van 30 jaar aflossen (“vervroegd”). Ook is er de groep die zegt: zo lang mogelijk je hypotheek aanhouden, dan kun je profiteren van de hypotheekrenteaftrek en het “verschil” beleggen. Tegenwoordig kun je niet meer volledig aflossingsvrij financieren maar 50% aflossingsvrij en 50% annuïtair bijvoorbeeld is wel nog mogelijk. Deze 4 scenario’s heb ik naast elkaar gezet in Tabel 2.
Tabel 2: Hypotheekvormen alle met 2,5% hypotheekrente voor het 360 k€ woonhuis van de wetenschapper model familie:
Kijken we naar de Tabel 2 dan zien we dat er bruto tussen de hypotheekvormen behoorlijk wat verschil is. 30 jaar Annuïtair is “duurder” dan 30 jaar lineair (17k€). De lineaire hypotheek 10 jaar sneller aflossen scheelt 45 k€. De 50% 30jaar aflossingsvrij en 50% 30 jaar annuïteit constructie is natuurlijk het duurste wegens de vele rente die je betaald (571 k€). Het verschil tussen de “goedkoopste” (20 jaar lineair) en “duurste” hypotheekvorm (50/50) is 121 k€ oftewel 27 % meer. Kun je dit door slim beleggen nog goed maken?
Hoe ziet het echter met de netto woonlasten uit? Je hebt immers het eigenwoningforfait, de hypotheekrenteaftrek, wet Hillen etc. die daar allemaal in meespelen. Gelukkig kan de financiële software dit allemaal uitrekenen en geeft dan de netto en nominale woonlasten tot einde hypotheek. Deze staan in kolom 3 van Tabel 2. De getallen zijn fiks lager dan de bruto getallen door feit dat er al 5 jaar aan de hypotheek is betaald: In het model wordt het huis met 35 jaar gekocht echter we beginnen pas met modelleren vanaf 40 jaar. Ook hier zien we weer dezelfde trend 30 jaar annuïtair is “duurder” dan 30 jaar lineair (15k€). De lineaire hypotheek 10 jaar sneller aflossen scheelt 20 k€. De 50% 30jaar aflossingsvrij en 50% 30 jaar annuïteit constructie is natuurlijk het duurste met 373 k€. Het verschil tussen de “goedkoopste” (20 jaar lineair) en “duurste” hypotheekvorm (50/50) is 81 k€ oftewel 28 % meer.
Hoe werkt zich dit nu uit voor onze wetenschaper model familie? Laten we het 60 jaar met pensioen en offensief beleggen scenario nemen en daarin de vier hypotheek modellen gebruiken. Het makkelijkste is om het vermogenssaldo in de tijd te plotten. Zie Figuur 4
Figuur 4: Vermogenssaldo’s voor met 60 jaar met pensioen met offensief beleggen met verschillende hypotheek vormen: 30 jaar annuiteit (oranje), 30 jaar liniear ( blau), 20 jaar liniear (groen) en 50% 30jaar aflossingsvrij en 50% 30 jaar annuïteit constructie (rood)
In Figuur 4 zien we al verschillen in het jaar 2020. In de verschillende hypotheekvormen is immers al 5 jaar (vanaf zijn/haar 35ste) vermogen in het huis opgebouwd. In de 2 lineaire vormen is dit meer dan bij de annuïteiten hypotheek en het minste vermogen is opgebouwd met de 50% 30jaar aflossingsvrij en 50% 30 jaar annuïteit constructie. Echter van deze hopen we, dat door de extra vrije gelden, die door de lage maandlasten tot stand komen, te beleggen er nog wat goed gemaakt kan worden. Dit zien we ook gebeuren, in 2044 op 64 jarige leeftijd net voordat de hypotheken aflopen is het vermogenssaldo van de 50/50 constructie hoger dan dat van de gewone 30 jarige annuïtaire hypotheek. De beide lineaire hypotheken worden echter niet meer ingehaald door de 50/50 constructie. Deze komen beide met 823 k€ voor 20 jaar lineair en 804 k€ voor 30 jaar lineair hoger uit dan de 50/50 constructie met 794 k€ aan het einde van de rit in 2069 op 89 jarige leeftijd. De normale annuïteiten hypotheek doet het het slechtste met 786k€ aan het einde van de rit. Toch een verschil van 5 % tussen “beste” en “slechtste” hypotheek.
Moet nu iedereen aan de 20 jarige lineaire hypotheek? Dat is een heel persoonlijk iets. Je legt je natuurlijk vast en de maandlasten zijn redelijk hoog in de 20 jarige periode. Voordeel is wel dat je met een 20 jarige hypotheek maar 2 jaar overlap hebt met het begin van studeren van het oudste kind. Daarna heb je weinig woonlasten. Je kunt ook 30 jaar lineair nemen en wanneer voorhanden extra aflossen. Dat geeft meer flexibiliteit, ook bij zeg werkeloosheid/arbeidsongeschiktheid. Annuïtaire hypotheken en aflossingsvrije constructies lijken voor onze model wetenschapper familie in ieder geval suboptimaal.
Die hypothekenzijn allemaal leuk en aardig maar kunnen we niet eerder dan 60 jaar met pensioen vraag je. Wel er zijn nog een paar grote knoppen waar we aan kunnen draaien. De eerste is je budget bijstellen
Budget bijstellen
Tot nu toe leefde onze model wetenschapper familie met een levensonderhoud budget van 48k€ tot het einde van de rit. Dit is gebaseerd op wat het Nibud denkt dat hun levensonderhoud is bij salarissen van 80 en 45 k€. Echter na hun studeren vliegen de kinderen (hopelijk) uit. Wanneer we hiermee rekening houden en weer het Nibud te rade nemen. Dan zegt het Nibud dat de kosten van 1 en 2 kinderen ca 16% en 25% van het gezinsbudget zijn, respectievelijk. Wanneer we het budget daarmee verminderen na “uitvliegen” krijgen we het volgende budget. Zie Figuur 5
Figuur 5: Budget voor levensonderhoud van het model wetenschapper gezin: Zonder bijstelling (rood), Met bijstelling (oranje/blau) .
Het budget gaat trapsgewijs naar beneden van 48 k€ naar 41 k€ naar 36 k€ bij “uitvliegen” beide kinderen. Hoe werkt dit uit op het vermogensaldo van onze model wetenschapper familie met in dit geval een 20 jarige lineaire hypotheek? Zie Figuur 6
Figuur 6: Vermogenssaldo’s voor: met 60 jaar met pensioen met offensief beleggen zonder budget bijstelling (rood), met 60 jaar met pensioen met offensief beleggen met budget bijstelling (oranje) en met 55 jaar met pensioen met offensief beleggen met budget bijstelling.
Wanneer we kijken naar Figuur 6 dan zien we met de rode lijn het standaard scenario met pensioen bij 60 jaar zonder het levensonderhoud budget aan te passen. Hier is aan het einde van de rit in 2069 op 89 jarige leeftijd nog 823 k€ vermogen over. Zoals we al eerder gezien hebben. Echter wanneer we het budget aanpassen en er toch voor kiezen om met 60 jaar met pensioen te gaan (oranje lijn). Dan zien we dat het vermogen flink toeneemt door het beleggen en het lagere budget bij hogere leeftijd. Uiteindelijk kom je op 1.269 k€ vermogen uit. Hier kan er dus een behoorlijk schenkingsplan gemaakt worden.
Of je kunt natuurlijk eerder met pensioen gaan. Laten we voor 55 jaar kiezen. Dit is het scenario met de blauwe lijn. Hier wordt ervoor gekozen de pensioenregelingen naar 55 jaar naar voren te trekken. De bruto pensioenbedragen gaan dan nog eens ca. 33% omlaag. Dit is bij de meeste pensioenfondsen wel de maximum haalbare vervroeging, echter in de wet staat geen minimale pensioenleeftijd, die de pensioenfondsen moeten aanhouden (zie ook deel 2 van de blogserie). De rest van de overschotten en tekorten wordt uit de offensieve beleggingen aangezuiverd. Dit past: er zijn geen onoverkomelijke tekorten. En in 2069 op 89 jarige leeftijd is er nog ca. 539 k€ vermogen. Bezittingen en schulden voor dit scenario kun je in Figuur 7 zien.
Figuur 7: Bezittingen en schulden bij 13 jaar eerder met pensioen (55 jaar) met naar voren trekken pensioenen en beleggings lijfrentes en offensief beleggen.
Wat we in Figuur 7 zien is dat bij 55 jarige leeftijd het vermogen het hoogst is, het pensioen begint en de lineaire hypotheek is afgelost. Daarna wordt er ingeteerd, echter er blijft aan het einde nog het huis en 179 k€ aan beleggingen over. Dus nog 5 jaar eerder met pensioen en misschien toch nog een schenkingsplan? Door het bijstellen van je budget kan dit mogelijk zijn. Kan het nog eerder voor onze model wetenschapper familie?
10 jaar eerder beginnen
Tot nu toe hebben we alle scenario’s bij 40 jaar oud laten beginnen. Echter een wetenschapper die de 6 P’s serieus neemt en mogelijk al vroeg in zijn leven het rente op rente effect heeft leren kennen, die begint misschien nog wel eerder over zijn pensioen of de optie op een vroeg pensioen na te denken. Laten we eens kijken wat het betekend als we al op 30 jarige leeftijd al de verschillende maatregelen nemen om vroeg met pensioen te kunnen.
Hier moeten we natuurlijk wel het model een beetje aanpassen. Immers het loon van de wetenschapper en zijn/haar partner kan niet altijd 80 en 45 k€ geweest zijn: op lagere leeftijd zal er minder verdiend worden. Hoe dit te verwerken in het model. Gelukkig heeft de overheid voor bepaalde (pensioen) berekeningen een veronderstelde loopbaanontwikkeling gepubliceerd. Deze houdt in dat de jaarlijkse loonstijging voor het bereiken van de leeftijd van 35 jaar 3% per jaar bedraagt, tussen 35 en 40 jaar 2% per jaar. Dit heb ik op onze wetenschapper familie toegepast. Er komen dan gemiddelde jaarsalarissen uit van 69 k€ tussen 30 en 35 jaar en 76k€ tussen 35 en 40 jaar. Voor zijn/haar partner zijn het bedragen van 39 k€ en 43 k€, respectievelijk. Daar de woning pas bij 35 jarige leeftijd wordt aangekocht heb ik een huur van 1000€ per maand voor de periode ervoor aangenomen. Voor de kinderen blijft alles hetzelfde echter ook hier wordt het budget aangepast in de periode voor de kinderen komen. Hoe ziet het budget er dan uit als we de pensioenleeftijd op 55 houden? Zie Figuur 8
Figuur 8: Budget bij 13 jaar eerder met pensioen (55 jaar) met naar voren trekken pensioenen, beleggingslijfrentes, offensief beleggen en start bij 30 jarige leeftijd.
In Figuur 8 zien we het levensonderhoud budget stijgen bij het geboren worden van de kinderen en weer afnemen bij het uitvliegen. Verder zijn er vanaf 30 jaar tot 55 jaar behoorlijke overschotten die belegd worden. Vanaf 55 moet er heel wat aangevuld worden vanuit de beleggingen. Vooral ook door de studerende kinderen. Echter uiteindelijk is er nergens een tekort en bouw je natuurlijk meer op dan dat je pas op je 40ste was gestart. Zie Figuur 9.
Figuur 9: Bezittingen en schulden bij 13 jaar eerder met pensioen (55 jaar) met naar voren trekken pensioenen en beleggings lijfrentes, offensief beleggen en start bij 30 jarige leeftijd.
In Figuur 9 zien we de aankoop van het huis met 35 jaar en het afnemen van de hypotheek en oplopen van de beleggingen tot 55. Daarna is er een afname van het vermogens saldo en uiteindelijk weer een toename na AOW leeftijd. In 2069 op 79 jarige leeftijd (tien jaar eerder, de software rekent niet verder dan 49 jaar vooruit) is er nog ca. 830 k€ aan vermogen. Waarvan 470 k€ aan beleggingen. Dat klinkt weer naar een schenkingsplan of eerder met pensioen gaan
Laten we alles gelijk houden en met 52 jaar proberen met pensioen te gaan (alsof ik het van te voren heb uitgerekend J). De start van de pensioenfondsuitkeringen houden we op 55. Deze zijn natuurlijk wel lager, daar je 3 jaar minder pensioen opbouwt. Voor de rest blijft alles hetzelfde. Hoe ziet dan het budget eruit? Zie Figuur 10
Figuur 10: Budget bij 16 jaar eerder met pensioen (52 jaar) met naar voren trekken pensioenen, beleggingslijfrentes, offensief beleggen en start bij 30 jarige leeftijd
Wanneer we naar Figuur 10 kijken loopt alles hetzelfde tot 52 jaar. Echter daarna is er een eerdere en snellere afname van het vermogenssaldo. Vanaf 52 moet er behoorlijk wat worden aangevuld. De hypotheek is nog aanwezig en de kinderen studeren nog. Echter uiteindelijk is er nergens een tekort. En na AOW leeftijd houden zich AOW, pensioen en lijfrente beleggings uitkeringen ongeveer in balans. Zie ook Figuur 11 waarin de bezittingen en schulden zijn geplot in dit scenario.
Figuur 11: Bezittingen en schulden bij 16 jaar eerder met pensioen (52 jaar) met naar voren trekken pensioenen en beleggings lijfrentes, offensief beleggen en start bij 30 jarige leeftijd.
In Figuur 11 zien we ook weer dat alles hetzelfde loopt tot 52 jaar. Daarna is er een grotere afname van het vermogenssaldo tot 2057 op 67 jarige leeftijd. Waarna er een langzame groei is tot 2069 op 79 jarige leeftijd, waar er nog ca. 457 k€ aan vermogen is. Waarvan 97 k€ aan beleggingen. Dit scenario is behoorlijk op de grens. Echter er zijn nergens tekorten en er zit nog 360 k€ in het huis. Dit kan voor erfenis, onvoorziene omstandigheden etc. worden ingezet. Dat brengt ons bij de laatste schroef waar we aan kunnen draaien voor het pensioen: het vermogen in de stenen.
Geld uit de stenen halen?
Tot nu toe heeft onze model wetenschapper familie vlijtig hun hypotheek afgelost. Of hij nu annuïtair, lineair, kort, lang of gedeeltelijk aflossingsvrij was. Bij een (gedeeltelijk) afgelost huis kun je natuurlijk bij pensioenleeftijd (of later) geld uit de stenen halen om dit vermogen te laten renderen/voor consumptie te gebruiken. Eigen haard is goud waard. Dat geldt voor veel mensen. Het eigen huis is echter meer dan woongenot alleen: het is op latere leeftijd een belangrijke vorm van vermogen. Probleem is dat het vermogen ‘versteend’ is. Hoe verzilver je het? Er zijn verschillende mogelijkheden. Denkelijk ook weer onderwerp voor een andere blog. De meest bekende mogelijkheden zijn: Verkopen en kleiner gaan wonen. Of als je in je huis wilt blijven: verkopen en terug huren (sale and lease back) of een opeet/omkeer hypotheek bij een financiële instelling afsluiten. Dan zit de schuld wel in Box 3 en de rente is niet aftrekbaar. Je moet langs de bank en meestal is het een lastig traject. Weinig banken bieden zulke constructies aan. De markt is in Nederland nog in de beginfase. In de VS is de omkeerhypotheek (Home Equity Conversion Mortgage) al een stuk beter mogelijk, zelfs met garanties van de overheid. Echter hier gaan we in op de Nederlandse situatie.
Wat zou er mogelijk zijn voor onze wetenschapper model familie? Laten we het laatste scenario nemen: 16 jaar eerder met pensioen (52 jaar) met naar voren trekken pensioenen en beleggings lijfrentes, offensief beleggen en start bij 30 jarige leeftijd. En dan kijken of we met een extra hypotheek nog iets kunnen bereiken. Laten we proberen om nog 1 jaar eerder (51 jaar) met pensioen te gaan (alsof ik het van te voren had uitgerekend J). Dit doen we door met 50 jaar, wanneer er nog wordt gewerkt, een 30 jarige aflossingsvrije hypotheek in box 3 af te sluiten voor de helft van de waarde van het huis (nominaal 180 k€). Dit zou zonder probleem mogelijk moeten zijn, volgens alle nu geldende hypotheek regels. Het geld gaat dan in de offensieve beleggingspot en we gaan een jaar eerder met pensioen (51 jaar) De start van de pensioenfondsuitkeringen houden we op 55. Deze zijn natuurlijk wel nog lager, daar je weer 1 jaar minder pensioen opbouwt. Voor de rest blijft alles hetzelfde. Hoe ziet dan het budget eruit? Zie Figuur 12
Figuur 12: Budget bij 17 jaar eerder met pensioen (51 jaar) met naar voren trekken pensioenen en beleggings lijfrentes, offensief beleggen, start bij 30 jarige leeftijd en toevoeging van een aflossingsvrije hypotheek op 50 jarige leeftijd.
Wanneer we naar Figuur 12 kijken loopt alles hetzelfde tot 49 jaar. Bij 50 jaar komt er het extra geld van de aflossingsvrije hypotheek binnen en dit wordt geïnvesteerd/ gebruikt om van af 51 jaar met pensioen te gaan. Er moet er behoorlijk wat worden aangevuld. De lineaire hypotheek is in het begin nog aanwezig en de kinderen studeren nog. Echter uiteindelijk is er nergens een tekort. En net zoals in het vorige scenario houden zich na AOW leeftijd AOW, pensioen en lijfrente beleggings uitkeringen ongeveer in balans met de uitgaven. Hoe zien nu de bezittingen en schulden uit dit scenario met 2 hypotheken? Zie Figuur 13.
Figuur 13: Bezittingen en schulden bij 17 jaar eerder met pensioen (51 jaar) met naar voren trekken pensioenen en beleggings lijfrentes, offensief beleggen, start bij 30 jarige leeftijd en toevoeging van een aflossingsvrije hypotheek op 50 jarige leeftijd.
In Figuur 13 zien we ook weer dat alles hetzelfde loopt tot 49 jaar. Bij 50 jaar komt de extra aflossingsvrije hypotheek erin. Daarna is er een grotere afname van de beleggings portefeuille tot 2057 op 67 jarige AOW leeftijd met uiteindelijk weer een redelijk stabiele beleggings portefeuille in de opeenvolgende jaren. Ondertussen is de 20 jarige lineaire hypotheek afgelost en de nieuwe 30 jarige aflossingsvrije hypotheek wordt langzaam geërodeerd door de inflatie (2 % in het model ter herinnering). In 2069 op 79 jarige leeftijd is er 418 k€ aan vermogenssaldo bestaande uit: De woning (360k€), De beleggingsportefeuille (157 k€) en de hypotheek (-99 k€). Wanneer aan het einde van de 30 jarige aflossingsvrije hypotheek deze afgelost moet worden blijft er nog ca. 58 k€ aan beleggingen over (plus het afgeloste huis). Dit scenario is behoorlijk op de grens, je zeilt hard aan de wind. Echter je krijgt wel een jaartje extra pensioen erbij. Hoeveel risico iemand wilt nemen is echter voor hem zelf. Belangrijk is wel dat er begrepen wordt dat het risico er is en hoe groot het is. De leermening van de (Amerikaanse) financieel planner is dat het geld in de stenen meer als backup kan dienen tegen: onvoorziene omstandigheden, hoge gezondheidskosten, het extreem oud worden of als bescherming tegen/na een beurscrash (zie bijvoorbeeld dit artikel) etc. Dat lijkt mij helemaal geen slechte instelling.
Conclusie / Samenvatting
Na het behandelen van de AOW, de pensioenregelingen en lijfrente producten zijn we bij de zaken, die je voor je pensioen kunt doen in eigen beheer, aangekomen. Als eerste hebben we naar beleggen i.p.v. sparen voor het pensioen gekeken. Vooral bij offensief beleggen creëer je een grotere beleggingsportefeuille, die je kunt gebruiken om eerder met pensioen te gaan. Echter neem je wel beleggingsrisico. Daar je dit over vele jaren doet mitigeer je het risico enigszins.
Ook de keuze van je hypotheek kan invloed hebben op het vermogen dat beschikbaar is voor een vroeg(er) pensioen. Hier zagen we dat het moeilijk is de kosten van een 50% 30jaar aflossingsvrij en 50% 30 jaar annuïteit hypotheek constructie in de tijd door extra te beleggen terug te verdienen. Een (korte) lineaire hypotheek of extra aflossen doen het door hun lage lening kosten beter dan annuïteiten en aflossingsvrije hypotheken.
De derde schroef waar we naar gekeken hebben is je budget bijstellen. Wanneer je dit bijvoorbeeld na uitvliegen van de kinderen doet. Of dit door lagere kosten sowieso automatisch gebeurt, kan er in samenwerking met bijvoorbeeld beleggen een behoorlijk aantal jaren eerder met pensioen worden gegaan.
Daarna hebben we onze model wetenschapper familie 10 jaar eerder laten beginnen met aan hun (vroeg) pensioen te denken. Door het rente op rente effect van het beleggen scheelde dit ook nog eens 3 jaar eerder met pensioen gaan.
Last but not least was er het geld uit de stenen halen om je pensioen te vervroegen. Dit werkte voor de modelwetenschapper familie beperkt (1 jaar extra pensioen) en heeft toch wel grotere nadelen. Daar lijkt het beter om dit alternatief voor onvoorziene omstandigheden te bewaren.
Mogelijk denk je: ik wil helemaal niet met 51 jaar met pensioen. Dat is ook prima. Het is in ieder geval goed om te weten dat er de optie bestaat tot. Als je vroeg begint, goed plant en gedurende de rit de juiste beslissingen maakt. Bedenk dat uiteindelijk opties in het leven en (vrije) tijd hetgeen is wat je met het gereedschap geld kunt kopen.
Hopelijk heeft deze vierdelige serie over pensioen je aan het denken gezet en je laten zien wat er allemaal mogelijk is op het gebied van met pensioen gaan. Als eens over je persoonlijke (pensioen) situatie wilt sparren en/of een financial life plan wilt maken. Neem dan gerust contact met mij op (www.sciplan.nl, [email protected] of +31 (0) 629467643)