De wetenschapper en zijn/haar pensioen --> Zoals de paus of toch met een pragmatisch plan? Deel 1: Inleiding en de AOW.
Onderzoek heeft uitgewezen dat blogtitels, die veel p-woorden bevatten, even vaak geklikt worden als blogtitels zonder deze eigenschap. Om echter tot het onderwerp van deze blog te komen. Een paar dagen geleden keek ik de Netflix originals film “The two popes”. Een aanrader met onder andere Anthony Hopkins etc. Hier gaat het over het met “pensioen” gaan van Benedict XVI en de overname van zijn pausschap door paus Franciscus. Om het kort te maken: Benedict XVI had geen zin meer in het pausschap en wilde graag met “pensioen”. Daar dit echter niet gebruikelijk is tijdens het pausschap, durfde hij dit niet aan en had besloten te wachten op een “teken van god”. Uiteindelijk kwam dit in de vorm van Franciscus, die bij hem langskwam om voor zijn eigen terugtreden (pensioen) te pleiten. Van het een komt het ander en uiteindelijk wordt Franciscus paus. Niet echt het pensioen dat Franciscus in gedachten had.
Dit zette mij aan het denken. Voor ons is het onderwerp “met pensioen gaan” soms ook zo ingewikkeld, dat het misschien beter is om op een “teken van god” te wachten. Ook zijn er veel misverstanden eromheen. In deze blogserie probeer ik wat duidelijkheid te scheppen. En wie weet zet het je aan om eerder (of later) met pensioen te gaan. Of in ieder geval weet je dan dat er heel veel keuze mogelijkheden zijn. Voor het gemak definieer ik met pensioen gaan als stoppen met werken en je levensonderhoud voorzien uit andere bronnen dan werk en onderneming. Als financial life planner kijk ik eerst altijd naar het life planning aspect van met pensioen gaan. Het tijdstip van met pensioen gaan hangt in eerste plaats af van je eigen doelen en wensen in het leven. De een wil misschien traditioneel op zijn AOW leeftijd met pensioen gaan, de ander (veel) vroeger en weer een ander vindt zijn werk zo leuk dat hij “nooit” wil stoppen. Dit alles is natuurlijk mogelijk, je moet wel eerst weten wat je wilt en een financieel levensplan maken om er te komen. Dit is bij uitstek iets waarbij een financial life planner je kan ondersteunen.
De Pijlers
Natuurlijk kan ik niet alle pensioen planningsmogelijkheden in een blog(serie) beschrijven, daarvoor zou een boek nodig zijn. Echter in deze serie zal ik op de belangrijkste proberen in te gaan. Wat uiteindelijk nodig is, is een pensioendatum en een inschatting van het te besteden inkomen na het pensioen. Allerhande vuistregels zoals 70% van je werk inkomen voor na het pensioen etc. zijn exact dat: vuistregels, die bijna voor niemand gelden. De een gaat achter de geraniums zitten en heeft veel minder nodig. De ander gaat de wereld rondreizen met zijn uitgebreide familie en heeft veel meer budget nodig. Wanneer dit duidelijk is kun je gaan kijken naar je planning. Als budget en tijdstip duidelijk zijn, wat zijn dan de belangrijkste parameters waar je aan kunt schroeven? Traditioneel worden deze als pijlers van het pensioen beschreven:
Pijler 1: De AOW. De AOW is de basis van iedere oudedagsvoorziening. Voor een alleenstaande in 2020 € 15.935 (bruto). Voor partners €10.932 per partner (bruto) in 2020. Echter er zijn ook wat voorbehouden, zie verder onder.
Pijler 2: het (werknemers)pensioen zelf. De mooie term is “uitgesteld” loon. Globaal bestaan er nu 3 soorten regelingen: Eindloon, Middelloon of beschikbare premie pensioen. Dan is er nog het partnerpensioen, deeltijd pensioen, regelingen om vroeger of met een hoger en later lager bedrag met pensioen te gaan etc. Echter op dit moment is de markt in beweging en wordt met het nieuwe pensioenakkoord veel omgegooid. Wat gaat de toekomst brengen?
Pijler 3: De Lijfrenteverzekering, -rekening of –beleggingsrecht. Hiermee kun je fiscaal vriendelijk sparen/beleggen voor later in box 1. Daarom kan het een goede manier zijn om het pensioen mee aan te vullen, zeker nu er voor veel mensen pensioentekorten en AOW-gaten dreigen. Zijn dat woekerpolissen? Nee, tegenwoordig is alles door lijfrente spaar- of beleggingsrekeningen een stuk inzichtelijker.
Pijler 4: De “eigen” opties. Dus de zaken die je voor je pensioen kan doen, die niet fiscaal gestimuleerd worden. Denk aan sparen, beleggen, aflossen op je hypotheek etc. Geen fiscale stimulus, maar daarvoor wel veel flexibiliteit. Goed om over na te denken vooral als je (heel) vroeg met pensioen wilt. Daar de fiscaal gestimuleerde zaken (pijlers 1 tm 3) minimum pensioenleeftijden hebben.
Pijlers 2 tm 4 zal ik in successieve blogs behandelen. Het AOW vraagstuk hieronder.
De AOW
De eerste pijler van je pensioengebouw. De Algemene Ouderdoms Wet (AOW) ingevoerd in 1956 als een soort van basispensioen voor elke Nederlands ingezetene (meer hierover later) die de “AOW leeftijd” bereikt heeft. Vroeger toen alles nog van hout was, was de AOW soms de enige pensioenvoorziening. “Hij heeft maar een AOW’tje”. En soms kom je nog ouderen tegen bij wie de AOW het enige pensioen inkomen is. Voor de meesten is dit gelukkig niet meer het geval.
Hoogte van de AOW
Zoals boven al beschreven bedraagt de AOW voor een alleenstaande in 2020 € 15.935 (bruto) en voor partners €10.932 per partner (bruto) in 2020. Althans, voor bijna iedereen, want je bouwt alleen AOW-rechten op voor elk jaar, dat je in de 50 jaar voor je AOW-gerechtigde leeftijd in Nederland woont. Dus het kan verkeren vooral als jij of je partner in het buitenland verbleven hebben. Iets wat bij wetenschappers zeker nog wel eens voorkomt. Voor elk jaar dat je in het buitenland verbleef (en niet in Nederland werkte) in de 50 jaar voor je AOW-gerechtigde leeftijd, wordt je AOW uitkering met 2% gekort. Ikzelf heb bijvoorbeeld 8 jaar in Duitsland gewoond en gestudeerd/gewerkt. Dat betekend een korting van 16%. Wanneer dit het geval is kun je vrijwillig (tegen betaling) je AOW voortzetten, wanneer je naar het buitenland gaat. Of AOW jaren terug inkopen, wanneer je terugkomt uit het buitenland of als buitenlander in Nederland komt wonen. De vraag is of dit gunstig is. De AOW is natuurlijk een overheidsregeling en als zodanig aan politieke veranderingen (AOW leeftijd en hoogte) onderhevig. Ook het eventuele geld dat je aan de overheid zou betalen om je AOW gat te verkleinen/op te lossen staat dan vast. Je krijgt het niet meer terug. Er zijn flexibelere mogelijkheden om dit AOW gat op te lossen….
Trouwens als je sterft krijgen je nabestaanden een onbelaste overlijdensuitkering bedragende eenmaal het bruto maandbedrag van de AOW. Een weinig bekend feit.
De AOW leeftijd
Als je het hebt over wanneer je met pensioen wilt gaan is de “AOW leeftijd” de enige datum die semi vast is. Ik schrijf semi om dat iedereen wel in de pers gehoord heeft, dat er altijd gesteggel is tussen de politiek en de vakbonden over het verschuiven van de AOW leeftijd. Na het pensioenakkoord vorig jaar zijn dit de actuele getallen:
Jaar AOW leeftijd
2019 | 66 jaar en 4 maanden
2020 | 66 jaar en 4 maanden
2021 | 66 jaar en 4 maanden
2022 | 66 jaar en 7 maanden
2023 | 66 jaar en 10 maanden
2024 | 67 jaar
2025 | 67 jaar en koppeling levensverwachting
De koppeling aan de levensverwachting betekent, dat de ontwikkeling van de AOW-leeftijd vanaf 2025 wordt gekoppeld aan 2/3 van de levensverwachting van een 65-jarige. In de huidige wetgeving is nog opgenomen dat dit op basis van 1 op 1 koppeling plaats vindt. Het voorstel voor de verlaagde nieuwe koppeling is nog niet opgenomen in de huidige wetgeving en dus nog niet rechtsgeldig.
Je ziet dus dat semi vast wel een goede beschrijving is. Echter niet getreurd, dit is alleen maar het tijdstip waarop je je AOW uitkering gaat krijgen. En minder inkomstenbelasting gaat betalen. Na je AOW leeftijd betaal je natuurlijk geen AOW premie meer. Dus je inkomstenbelasting in de eerste schijf daalt van 37,35% naar 19,45% na AOW leeftijd (getallen 2020). Het tijdstip dat je met pensioen gaat heeft niets met de AOW leeftijd te maken. Dat is veel meer een financial life plannings vraagstuk. Als het goed is, is de AOW maar een klein stukje van de puzzel, dat een klein stukje inkomen kan leveren. De bulk van je pensioeninkomen zal uit de andere pijlers komen. Deze gaan we in de opvolgende blogs bespreken.
Conclusie
We hebben een begin gemaakt met het ontwarren van het pensioenvraagstuk. In de eerste plaats is je pensioendatum en budget meer een financial life planning vraagstuk, dan dat het van de overheid afhangt. Wanneer je je pensioendatum en budget duidelijk hebt, dan kun je op een slimme manier gaan plannen. Waarbij je gebruik maakt van de 4 pijlers die je tot je beschikking hebt: AOW, Pensioen, Lijfrente constructies en je “eigen opties” (sparen, beleggen, aflossen op je hypotheek etc.).
De AOW hebben we besproken. De andere pijlers zal ik in successieve blogs bespreken. Als je interesse in het pensioenvraagstuk nu al gewekt is. En je wilt er al eens over sparren, neem dan gerust contact met mij op ( [email protected] of +31 (0)629467643)
Deze blogpost staat ook op LinkedIn als LinkedIn Article als je wilt reageren op de blog kun je dat op LinkedIn doen