Mind the Gap.  

Het gat tussen investeerdersrendement en rendement van de beleggingen zelf wordt kleiner. Wordt de belegger slimmer?

Het gat tussen het gemiddelde beleggersrendement en het gemiddelde officiële fondsrendement, wordt kleiner en het rendement stijgt, volgens Morningstar's tweede wereldwijde "Mind the Gap" –studie. De studie schat de prestaties van een euro, die in een fonds is belegd en vergelijkt dit met het tijdgewogen rendement van het fonds. Het verschil, of het gat, vertegenwoordigt het effect dat de timing van de aankopen en verkopen van beleggers had op de behaalde beleggingsresultaten.

 

De analyse toonde aan dat het rendement op een euro belegd in fondsen achterbleef bij het gemiddelde fondsrendement in de meeste van de zeven onderzochte markten: de VS, Australië, Europa, Singapore, Zuid-Korea, Taiwan en het Verenigd Koninkrijk.

"Hoewel het een schatting is, kunnen de gegevens over het rendement van investeerders aangeven wanneer en waar investeerders niet het meeste uit hun fondsen halen," zei Russel Kinnel, voorzitter van Morningstar's Noord-Amerikaanse ratingcommissie, in een verklaring.

 

Volgens het onderzoek daalden de verschillen in beleggersrendement op de meeste van de zeven markten sinds het eerste wereldwijde onderzoek in 2017. Beleggers behaalden meestal de beste resultaten op markten waar systematisch beleggen (zeg iedere maand inleggen) gebruikelijk was, en de slechtste resultaten in volatiele markten. Het lijkt er dus op dat de investeerder misschien “slimmer” is geworden. Echter er zijn ook andere zaken die aan het verkleinen van het gat tussen het gemiddelde beleggersrendement en de gemiddelde officiële fondsrendementen meehelpen.

 

"De hiaten in het rendement van beleggers zijn over het algemeen kleiner geworden, omdat de rustige markten van de laatste paar jaren beleggers hebben verhinderd te veel te handelen op emotie," zei Kinnel. "In de meeste grote markten hebben we ook kleinere hiaten gevonden voor low-cost fondsen en low-volatility-fondsen."

 

Hij voegde eraan toe dat beleggers die automatisch hebben ingelegd in hun beleggingen het meest succesvol waren. "Beleggers moeten prioriteit blijven geven aan goedkope en minder volatiele fondsen en stabiele investeringen die de tand des tijds kunnen doorstaan."

 

Enkele conclusies van de studie:

 

Voor de VS onderzocht Morningstar de 10-jaarresultaten voor elk jaareinde van 2014 tot 2018. Het constateerde dat het gat over het algemeen groter werd rond dramatische marktomstandigheden, zoals die in 2008 en 2009, omdat sommige beleggers in paniek raakten en verkochten in het dal en daardoor de rebound misten.

Sinds 2017 is het rendementsverschil in de VS gedaald tot 45 punten. 

 

Europa:

Van alle groepen die in deze studie zijn opgenomen, hadden beleggers in Europese fondsen de meeste moeite om hun investeringen te timen. De totale kloof bedroeg 53 basispunten in de gemiddelde periode van vijf jaar.

In Europa is zijn de vastrentende waarden de lastigste beleggingscategorie geweest om in te beleggen, en dat is geen wonder: met rendementen van staatsobligaties die onder nul lagen, zochten beleggers een hoger rendement uit andere, meer volatiele gebieden van de markt, zoals obligaties uit opkomende markten en high yield obligaties. Dit alles gaf gemengde resultaten

Goed nieuws voor beleggers is het positieve gat bij de mixfondsen. Beleggers behaalden een hoger rendement op hun euro in mixfondsen dan ze zouden hebben door gewoon aan het begin van de periode evenveel in alle fondsen (in het mixfonds) te beleggen. De beleggingscategorie genoot ook een aanzienlijke populariteit, dus de vruchten van dit succes zijn wijd verspreid.

 

Beleggers in de superannuation-fondsen in Australië, die een commitment tot gestaag maandelijks beleggen vereisen, komen bovendrijven, zo bleek uit het onderzoek, met een algemene outperformance van 65 basispunten versus het totale rendement en sterke beleggersrendementen voor alle activaklassen.

 

Misschien belangrijker dan de grootte van het gat zijn de kenmerken van fondsen die de beste en slechtste resultaten voor beleggers opleverden. We kunnen lessen trekken uit deze soorten fondsen over welke soorten fondsen het beste werken voor beleggers.

In Australië, Zuid-Korea en de Verenigde Staten deden beleggingsvehikels die een verbintenis tot vaste bijdragen nodig hadden, het beste. 

Bovendien werden mixfondsen, die de schommelingen in het rendement dempen, goed gebruikt door beleggers, waarschijnlijk omdat ze minder volatiel waren en soms de voorkeur hadden in pensioenbeleggingen. 

Of de belegger dus echt “slimmer” is geworden valt nog te bezien, denkelijk ligt het meer in de richting van een minder volatiele markt en betere, goedkopere en minder volatiele producten die een betere performance geven. Uiteindelijk is de menselijke (beleggers) psychologie denkelijk weinig aan verandering onderhevig

Meer in het algemeen deden beleggers het beter met goedkopere, minder volatiele fondsen dan kostbare volatiele fondsen. Beleggers, planners en fondsenbedrijven moeten in deze richting blijven pushen, zodat meer beleggers hun (levens)doelen kunnen bereiken.

Wanneer je zelf belegt voor je levensdoelen of wilt gaan beleggen en je hebt ondersteuning nodig neem dat contact met mij op (www.sciplan.nl, [email protected] of +31 (0) 629467643)